Administratie algemeen

Kleine ondernemers regeling

KOR wordt OVOB

De huidige kleine ondernemersregeling (KOR) wordt met ingang van 1 januari 2020 vervangen door
de omzet gerelateerde vrijstellingsregeling omzetbelasting (OVOB).

De huidige regeling

 

De huidige regeling werkt als volgt:

  • Wanneer de te betalen btw per jaar minder is dan € 1883,00 dan heb je recht op vermindering afdracht btw of volledige vrijstelling van afdracht btw.
  • De regeling is alleen geldig voor natuurlijke personen of samenwerkingsverbanden van natuurlijke personen (bijvoorbeeld de eenmanszaak of een vof).
  • Er wordt gekeken naar het te betalen bedrag aan btw.
  • Je verstuurt btw-facturen.
  • Je doet btw-aangifte.

De nieuwe regeling met ingang van 1 januari 2020

 

De nieuwe regeling werkt als volgt:

  • Wanneer je op jaarbasis minder dan € 20.000,00 omzet hebt, mag je opteren voor vrijstelling van de btw.
  • De regeling is geldig voor zowel natuurlijke personen (bijvoorbeeld eenmanszaak en vof) als voor rechtspersonen (bijvoorbeeld B.V. , stichtingen en verenigingen).
  • Er wordt niet meer gekeken naar het bedrag dat aan btw betaald moet worden maar naar de totale omzet op jaarbasis.
  • Je verstuurt geen btw-facturen meer.
  • Je doet geen btw-aangifte meer.
  • Je doet voor tenminste 3 jaar mee aan de OVOB.
  • De OVOB kan nooit met terugwerkende kracht worden toegepast.

Welke omzet telt mee voor de berekening?

Voor de omzetgrens van € 20.000,00 moet je meetellen:

  • Btw-belaste omzet (21%, 9% en 0%) van in Nederland verrichte diensten of leveringen.
  • Marge omzet wordt volledig meegeteld (zowel het belaste als onbelaste deel).
  • BTW vrijgestelde omzet wordt niet meegeteld. (hierop zijn een aantal uitzonderingen).

Wat zijn de consequenties als je meedoet aan de nieuwe regeling?

Termijnen

 

Wanneer je besluit mee te doen aan de nieuwe regeling, moet je dit voor 20 november 2019 aan de belastingdienst doorgeven.
De keuze voor toepassing van de OVOB geldt voor 3 jaar.

Zodra  je in enig jaar de omzetgrens van € 20.000,00 overschrijdt, dan geldt vanaf dat moment dat je weer btw plichtig bent. Vanaf de factuur waarbij je de omzet van € 20.000,00 overschrijdt ben je verplicht om weer btw te vermelden op de factuur en een melding te doen bij de belastingdienst dat de vrijstelling is vervallen omdat je de maximale omzetgrens overschrijdt.

Je kunt dan pas na 3 jaar weer opteren voor het toepassen van de OVOB.

Facturen

 

Je vermeldt geen btw meer op de factuur. Voor de btw hoef je ook geen facturen meer te versturen. Wanneer je zelf wel facturen wilt versturen of wanneer je klanten daar om vragen, vermeldt je op de factuur dat er sprake is van btw-vrijstelling.

Verrekenen BTW

 

Je kunt de BTW op inkoopfacturen niet meer verrekenen.

Investeringen

Wanneer je verwacht in de komende jaren een grote investering te doen waardoor de terug te vragen btw meer is dan de af te dragen btw, dan heb je door de toepassing van de OVOB geen recht op teruggave van de btw. Dit kan een reden zijn om af te zien van deelname aan de OVOB.

Naast eventuele investeringen in de toekomst wordt er bij deelname aan de OVOB ook gekeken naar investering die je in het verleden hebt gedaan. Hierdoor kun je te maken krijgen met een herziening van de btw op investeringen van de afgelopen 4 jaren. Voor meer informatie hierover kun je contact met ons opnemen.

Administratie bijhouden

Je bent nog wel steeds verplicht om een administratie bij te houden voor de btw. Ook wanneer je in de oude regeling een ontheffing administratieve verplichten hebt gekregen voor de btw. Neem voor meer informatie contact met ons op.

Ontheffing op basis van de oude regeling

Doe je op dit moment geen aangifte btw omdat je gebruik maakt van de ontheffing administratieve verplichten op basis van de oude kleine ondernemersregeling? Dan maak je op 1 januari 2020 automatisch gebruik van de OVOB. Je hoeft je hier niet apart voor aan te melden. Ook kan je je deelname op ieder moment beëindigen. Als je niet mee wil doen aan de OVOB of je voldoet niet aan de nieuwe regels voor het meedoen, dan moet je je voor 20 november 2019 per brief afmelden bij de belastingdienst.

Aantrekkelijk of niet voor andere ondernemers

In het geval dat je gebruik gaat maken van de OVOB mag je geen btw meer in rekening brengen en dus ook niet meer vermelden op je factuur. Dit kan voor je afnemers in sommige gevallen ongunstig zijn en daardoor dus minder aantrekkelijk om zaken met jouw bedrijf te doen.

Waar moet je als ondernemer rekening mee houden wanneer je zelf niet opteert voor de OVOB

Wanneer je zaken doet met leveranciers die hebben geopteerd voor de OVOB dan krijg je te maken met inkoopfacturen waarop geen btw staat vermeld. De ondernemers die deze facturen versturen kunnen zelf de btw die in rekening word gebracht op hun kosten niet meer verrekenen.

De kans is groot dat de leverancier deze voor hun “extra kosten” (de niet verrekenbare btw) verwerken in hun verkoopprijs. Soms is het dan goedkoper om te kiezen voor een leverancier die btw-plichtig is. De totaalprijs van de factuur is dan hoger, maar de netto prijs lager.

Hulp nodig bij de omzet gerelateerde vrijstellingsregeling omzetbelasting? Wij helpen je graag verder.

 


Wet arbeidsmarkt in balans

De WAB treedt op 1 Januari 2020 in werking

Wat betekent de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) voor werkgevers en waar moet je misschien nu al rekening mee houden.

Oproepcontracten

Oproepkrachten krijgen het recht een oproep te weigeren als zij niet ten minste vier dagen van tevoren worden opgeroepen. Ook houden oproepkrachten recht op loon als binnen vier dagen voordat het werk zou moeten aanvangen, het werk wordt afgezegd of het tijdstip wordt gewijzigd. (De termijn van vier dagen kan bij cao worden verkort tot 24 uur).

De werkgever is niet verplicht om een oproepcontract na een jaar te verlengen maar wanneer het contract na een jaar wordt verlengd dan moet de werkgever de werknemer een arbeidscontract aanbieden waarin een vast aantal uren wordt overeengekomen. Het vast aantal uren moet minimaal het gemiddeld aantal gewerkte uren in de voorgaande twaalf maanden zijn. Doet hij dit niet, dan kan de werknemer toch loon claimen voor dat gemiddeld aantal uren.

Opvolgende tijdelijke arbeidscontracten

Met ingang van 1 januari 2020 kunnen er weer maximaal drie contracten in maximaal drie jaar worden aangegaan zonder dat er een contract voor onbepaalde tijd ontstaat.

Let op wanneer er in de van toepassing zijnde cao of arbeidsvoorwaardenregeling een kortere termijn staat vermeld dan is deze kortere termijn van toepassing !

Wanneer er tussen 2 opvolgende contracten minimaal zes maanden zit dan begint de 3 jaarstermijn opnieuw. Deze termijn kan ook bij cao worden verkort naar drie maanden wanneer het terugkerend tijdelijk werk betreft dat maximaal negen maanden per jaar kan worden gedaan (dit is nu al mogelijk bij seizoensarbeid).

Ontslag

Er komt een nieuwe ontslaggrond, de cumulatiegrond.
Ontslag van een werknemer wordt per 1 januari 2020 nu ook mogelijk bij een combinatie van meerdere redenen die afzonderlijk geen ontslaggrond opleveren, maar door de combinatie van de redenen kun je van de  werkgever in redelijkheid niet verwachten dat hij de arbeidsovereenkomst laten voortduren.

Bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van de nieuwe  cumulatiegrond kan de rechter de voor de werknemer geldende transitievergoeding met maximaal 50 procent verhogen.

Transitievergoeding

Tot 31 december 2019 heeft een werknemer pas recht op een transitievergoeding wanneer hij minimaal twee jaar in dienst is bij de werkgever. Door de WAB is dit verandert. Met ingang van 1 januari 2020 heeft de werknemer bij beëindiging van het contract vanaf de eerste dag dat hij in dienst komt recht op een transitievergoeding, Ook wanneer de werknemer wordt ontslagen tijdens de proeftijd.

De WAB kent  geen overgangsregeling, ook werknemers met een contract die is ingegaan voor 1 januari 2020 en die eindigt op of  na 1januari  2020 hebben recht op een transitievergoeding berekend vanaf de datum dat zij in dienst zijn gekomen bij de werkgever

De hoogte van de transitievergoeding wordt met ingang van 1 januari 2020 als volgt berekend: 1/3 maandsalaris x aantal jaren in dienst (bij onvolledige dienstjaren naar rato)
Er gelden geen verhogingen meer voor leeftijd en/of lange dienstverbanden.

Verhoogde premie WW bij tijdelijke contracten

Met ingang van 1 januari 2020 wordt er voor de premieheffing WW een hoger percentage in rekening gebracht wanneer er sprake is van een tijdelijke arbeidscontract.

Dit verhoogde percentage is 5 % hoger dan wanneer er sprake is van schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een vast aantal uren.

Het verhoogde tarief wordt niet in rekening gebracht bij jongeren onder de 21 jaar die minder dan 12 uur per week werken en bij werknemers met een BBL contract.

Hulp nodig bij de nieuwe wet? Neem contact met ons op!


Lage inkomensvoordeel

Loonkostensubsidie Lage Inkomens Voordeel

LIV en JLIV

De afgelopen weken zijn door het UWV de 1e overzichten van de loonkostensubsidie lage inkomensvoordeel (LIV) en Jeugd-Lage Inkomensvoordeel (JLIV) verstuurd naar de werkgevers die in 2018 werknemers in dienst hadden die aan de voorwaarden van deze subsidie voldoen.
Veel werkgevers zijn niet op de hoogte van deze subsidie.
Bij het aannemen van nieuw personeel is het raadzaam om bij de vaststelling van het salaris ook rekening te houden met de voorwaarden van deze subsidie.
Het is natuurlijk jammer wanneer je de subsidie misloopt omdat het uurloon €0,01 boven het maximum uurloon ligt..

Wat is de Subsidie Lage Inkomens Voordeel

Het LIV is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een laag inkomen. Hierdoor dalen de loonkosten voor de werkgever. De kans op werk voor deze werknemers neemt dan toe. Het recht op en de hoogte van het LIV wordt vastgesteld in het jaar na het kalenderjaar waarover het LIV wordt berekend.

Hoe hoog is de subsidie.

Het LIV wordt toegekend per werknemer, per verloond uur. Als u recht heeft op het LIV, dan krijgt u een bedrag per verloond uur met een maximum van totaal € 2.000 per jaar per werknemer. Hoeveel de tegemoetkoming precies is, hangt af van het aantal verloonde uren van de werknemer en van zijn gemiddelde uurloon (jaarloon gedeeld door het aantal verloonde uren).

De subsidie wordt uitgekeerd wanneer de werknemer in het kalenderjaar minimaal 1248 uur gewerkt heeft.

Bij een gemiddelde uurloon van € 10,05 tot en met € 11,07 is de subsidie € 1,01 per uur met een maximum van € 2000,00.
Bij een gemiddelde uurloon van € 11,08 tot en met € 12,58 is de subsidie € 0,51 per uur met een maximum van € 1000,00
Het gemiddelde uurloon bestaat naast het bruto loon ook uit vakantiegeld en eventuele uitbetaalde bonussen en toeslagen.
Voor de JLIV gelden de volgende subsidies:
Leeftijd op 31 december 2018 Jeugd-LIV per werknemer per verloond uur in 2019 Maximale jeugd-LIV per werknemer in 2019
18 € 0,13 € 270,40
19 € 0,16 € 332,80
20 € 0,59 € 1.227,20
21 € 0,91 € 1.892,80

De leeftijd op 31 december 2018 bepaalt het bedrag per verloond uur in 2019. Voor een werknemer die op 31 december 2018 19 jaar wordt, krijgt u € 0,16 per verloond uur, maar voor een werknemer die op 1 januari 2019 19 jaar wordt, krijgt u € 0,13 per verloond uur.
Er geldt voor de loonkostensubsidie  JLIV geen minimum aantal uren

De uurlonen die gelden om in aanmerking te komen voor de loonkostensubsidie JLIV zijn voor 2019 nog niet vastgesteld.
(deze worden vermoedelijk per 1 juli 2019 bekend gemaakt)
In  2018 waren de uurlonen:
18 jaar tussen de € 4,69 en € 6,09
19 jaar tussen de € 5,43 en € 7,69
20 jaar tussen de € 6,91 en € 9,34
21 jaar tussen de € 8,40 en € 9,80

Benieuwd wat deze subsidieregelingen voor jou kunnen betekenen?
Wij zoeken het graag voor je uit!


Aangifte inkomstenbelasting

De aangifte inkomstenbelasting mag weer gedaan worden!

Aangifte inkomstenbelasting

Het is weer zo ver, de aangifte inkomstenbelasting mag de deur weer uit. Voor sommige mensen is het heel simpel, anderen vinden het ontzettend lastig. Wat komt er nou eigenlijk allemaal bij kijken? En welke gegevens heb je nodig om de aangifte te kunnen doen?

Voor ons als administratiekantoor is een aangifte inkomstenbelasting gesneden koek. We weten welke gegevens we nodig hebben en waar we deze kunnen invullen. Onze kennis en software die we gebruiken helpen ons om de aangifte correct in te vullen voor een optimaal resultaat. Daarom kiezen ook steeds meer mensen er voor om hun aangifte door ons te laten verzorgen. Maar welke gegevens hebben we dan eigenlijk nodig?

Inkomsten:

  • De jaaropgave(‘s) van het loon (deze ontvang je meestal éénmalig, dus bewaar hem goed)
  • De jaaropgave(‘s) van eventuele uitkeringen of pensioeninkomsten
  • Een overzicht van eventuele ontvangen partneralimentatie

Wonen (in het geval van een koophuis):

  • De WOZ-waarde van het huis met als peildatum 01-01-2017 voor de aangifte over 2018
  • Een jaaroverzicht van de hypotheek
  • Bij aan- en/of verkoop: De afrekening van de notaris
  • Wanneer wij voor de 1e keer uw aangifte verzorgen zijn wij ook de afsluitdatum van de hypotheek nodig. Ook willen wij graag weten of de hypotheek nadien is verhoogd.

Bankrekeningen:

  • De jaaroverzichten van de betaal- en spaarrekeningen
  • Een overzicht van de beleggingen
  • Een overzicht van de kapitaalverzekeringen

Persoonsgebonden aftrek (alleen met betalingsbewijzen):

  • een overzicht van de giften aan goede doelen
  • zorgkosten die niet vergoed worden door de zorgverzekeraar
  • studiekosten (wanneer er geen recht is op studiefinanciering)
  • betaalde partneralimentatie

Voorlopige aanslagen:

  • De voorlopige aanslag inkomstenbelasting van 2018
  • De voorlopige aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zvw van 2018

Overige:

  • Betaalde premies lijfrente
  • Gegevens van leningen en andere schulden
  • Een overzicht van de betaalde arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (AOV)
  • Dividendgegevens
  • Gegevens van overige bezittingen, zoals bijvoorbeeld een vakantiewoning

De aangifte kan vanaf 1 maart ingestuurd worden en moet voor 1 mei binnen zijn. Mocht dit om wat voor reden dan ook niet lukken, dan kunnen wij uitstel aanvragen. Bent u van plan de aangifte zelf in te vullen via de website van de belastingdienst, dan is het raadzaam om de vooraf ingevulde gegevens goed te controleren. Vooral bij het kopje eigen woning gaat het nog wel eens mis. De belastingdienst vult dan het volledige bedrag van de hypotheekrente in bij de aftrekpost terwijl bijvoorbeeld een deel van het hypotheekbedrag een consumptief krediet is (dit kan gebeuren als een deel van het geleende geld niet voor de aankoop of verbouwing van de woning is gebruikt). In dat geval mag niet alle betaalde hypotheekrente in box 1 als aftrekpost genoten worden.

Bron: www.belastingdienst.nl


Kleine ondernemers regeling

De kleine ondernemers regeling

Wat is de kleine ondernemersregeling?

De kleine ondernemersregeling is een regeling die kleine ondernemers helpt. Ben jij wél ondernemer maar is dit niet jouw primaire bron van inkomsten? Dan kom je hier wellicht voor in aanmerking. Met de kleine ondernemersregeling, ook wel KOR, kan je in aanmerking komen voor een vermindering van het BTW-bedrag dat afgedragen moet worden aan de belastingdienst.

Hoe zit deze regeling nu in elkaar?

Op dit moment is de KOR een maatregel waarvoor je in aanmerking komt als je aan de volgende 4 voorwaarden voldoet:

  • Je hebt een eenmanszaak, maatschap, VOF of man/vrouw firma.
  • Jouw onderneming is gevestigd in Nederland.
  • De onderneming moet, na aftrek van alle voorbelastingen, minder dan €1883,- per jaar aan BTW afdragen.
  • De onderneming voldoet aan alle administratieve verplichtingen waaraan de onderneming moet voldoen.

Als je aan bovenstaande voorwaarden voldoet, kom je in aanmerking van de Kleine ondernemers regeling, en dat kan erg gunstig uitpakken.

Betaal jij in een jaar, na aftrek van alle voorbelastingen, minder dan €1345,-? Dan kan je dit volledige bedrag terugvragen.

Betaal jij tussen de €1345,- en €1883,- per jaar na aftrek van alle voorbelastingen? Dan kan je door middel van de volgende berekening uitrekenen waar jij recht op hebt:

A = €1883,-
B = Te betalen BTW (Ontvangen BTW) Voorbelastingen (Betaalde BTW. Zowel 21 als 6%)

Vermindering voor kleine ondernemers = 2.5 x (A-B)

Let op! Er zijn uitzonderingen op de KOR.
Handel jij bijvoorbeeld in goud, doe je aan executieverkopen of ben je werkzaam in de bouw, scheepsbouw, als hovenier, heb je een schoonmaakbedrijf of ben je gewoon benieuwd naar de uitzonderingen? Kijk dan op deze pagina van de belastingdienst.

Wat gaat er veranderen?

De overheid wil kleine ondernemers blijven ondersteunen, stimuleren en helpen door de BTW afdracht voor hen te verminderen. Echter gaan ze dit op een andere manier invulling geven dan de huidige KOR. Als alle plannen goedgekeurd worden, gaat de overheid de nieuwe regels m.b.t. de KOR in 2020 invoeren.

In het voorstel, gepresenteerd in de bijlage van de miljoennota 2018, staat dat vanaf 2020 de grens niet meer ligt bij de jaarlijks af te dragen BTW (na voorbelasting) maar bij de jaaromzet. De omzetgrens wordt hoogstwaarschijnlijk €20,000,- per jaar. Dit bedrag kan tot de invoering van de nieuwe regeling nog worden gewijzigd.

Wat betekend dat voor jou?

Dat is afhankelijk van jouw situatie.

Verkoop je nu producten met een BTW percentage van 6%, maar koop je in met 21%? Dan is de kans groot dat jouw voordeel kleiner gaat worden na invoering van de nieuwe regels.

Verkoop je nu producten met een BTW percentage van 21%, maar koop je in met een percentage van 6%? Dan kan het zijn dat je nu geen, maar straks wel belastingvoordeel hebt door de KOR.

Houd voor updates onze site, maar ook de site van de belastingdienst goed in de gaten.