Financieel algemeen

Lage inkomensvoordeel

Loonkostensubsidie Lage Inkomens Voordeel

LIV en JLIV

De afgelopen weken zijn door het UWV de 1e overzichten van de loonkostensubsidie lage inkomensvoordeel (LIV) en Jeugd-Lage Inkomensvoordeel (JLIV) verstuurd naar de werkgevers die in 2018 werknemers in dienst hadden die aan de voorwaarden van deze subsidie voldoen.
Veel werkgevers zijn niet op de hoogte van deze subsidie.
Bij het aannemen van nieuw personeel is het raadzaam om bij de vaststelling van het salaris ook rekening te houden met de voorwaarden van deze subsidie.
Het is natuurlijk jammer wanneer je de subsidie misloopt omdat het uurloon €0,01 boven het maximum uurloon ligt..

Wat is de Subsidie Lage Inkomens Voordeel

Het LIV is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een laag inkomen. Hierdoor dalen de loonkosten voor de werkgever. De kans op werk voor deze werknemers neemt dan toe. Het recht op en de hoogte van het LIV wordt vastgesteld in het jaar na het kalenderjaar waarover het LIV wordt berekend.

Hoe hoog is de subsidie.

Het LIV wordt toegekend per werknemer, per verloond uur. Als u recht heeft op het LIV, dan krijgt u een bedrag per verloond uur met een maximum van totaal € 2.000 per jaar per werknemer. Hoeveel de tegemoetkoming precies is, hangt af van het aantal verloonde uren van de werknemer en van zijn gemiddelde uurloon (jaarloon gedeeld door het aantal verloonde uren).

De subsidie wordt uitgekeerd wanneer de werknemer in het kalenderjaar minimaal 1248 uur gewerkt heeft.

Bij een gemiddelde uurloon van € 10,05 tot en met € 11,07 is de subsidie € 1,01 per uur met een maximum van € 2000,00.
Bij een gemiddelde uurloon van € 11,08 tot en met € 12,58 is de subsidie € 0,51 per uur met een maximum van € 1000,00
Het gemiddelde uurloon bestaat naast het bruto loon ook uit vakantiegeld en eventuele uitbetaalde bonussen en toeslagen.
Voor de JLIV gelden de volgende subsidies:
Leeftijd op 31 december 2018 Jeugd-LIV per werknemer per verloond uur in 2019 Maximale jeugd-LIV per werknemer in 2019
18 € 0,13 € 270,40
19 € 0,16 € 332,80
20 € 0,59 € 1.227,20
21 € 0,91 € 1.892,80

De leeftijd op 31 december 2018 bepaalt het bedrag per verloond uur in 2019. Voor een werknemer die op 31 december 2018 19 jaar wordt, krijgt u € 0,16 per verloond uur, maar voor een werknemer die op 1 januari 2019 19 jaar wordt, krijgt u € 0,13 per verloond uur.
Er geldt voor de loonkostensubsidie  JLIV geen minimum aantal uren

De uurlonen die gelden om in aanmerking te komen voor de loonkostensubsidie JLIV zijn voor 2019 nog niet vastgesteld.
(deze worden vermoedelijk per 1 juli 2019 bekend gemaakt)
In  2018 waren de uurlonen:
18 jaar tussen de € 4,69 en € 6,09
19 jaar tussen de € 5,43 en € 7,69
20 jaar tussen de € 6,91 en € 9,34
21 jaar tussen de € 8,40 en € 9,80

Benieuwd wat deze subsidieregelingen voor jou kunnen betekenen?
Wij zoeken het graag voor je uit!


Aanslagnummer belastingdienst

Aanslagnummer belastingdienst

Het is weer BTW-aangifte maand. Terwijl je jouw boekhouding aan het bijwerken bent, kom je allerlei aanslagnummers van de belastingdienst tegen. Wat betekenen ze ook alweer en hoe vind je ze terug?

Aan de hand van het betalingskenmerk kan je hier het aanslagnummer vinden.

 

  • Het aanslagnummer begint altijd met een uit 9 cijfers bestaande fiscaal/BSN nummer.
  • Vervolgens staat er een letter. Deze letter geeft het soort aanslag weer.

De volgende letters zijn in gebruik:

 

Inkomstenbelasting

H – Inkomstenbelasting

 

Loonheffing

L – Loonheffing
A – Naheffingsaanslag loonheffing
J – Teruggave loonheffingen – bijdrage zorgverzekeringswet

 

Omzetbelasting

B – Omzetbelasting
F – Naheffingsaanslag omzetbelasting
O – Teruggave omzetbelasting

 

Vennootschapsbelasting

V – Vennootschapsbelasting

 

Zorgverzekeringswet

W – Zorgverzekeringswet

 

Vennootschapsbelasting

V – Vennootschapsbelasting

 

Motorrijtuigenbelasting

M – Motorrijtuigenbelasting
Y – Naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting

 

Toeslagen

T – Eindigend op een 1 – Kinderopvangtoeslag
T – Eindigend op een 2 – Huurtoeslag
T – Eindigend op een 3 – Zorgtoeslag

 

Overigen

Z – Overige

 

De codering in cijfers is als volgt:

 

  • Na de letter vind je de tijdvak-codering
  • Als eerste wordt het laatste cijfer van het jaar of het jaar met periode weergegeven afhankelijk van het soort aanslag.
  •  De periodecodes zijn maandnummers of kwartaalnummers:
    01- januari
    02- februari
    etc.21 – 1e kwartaal
    24 – 2e kwartaal
    27 – 3e kwartaal
    30 – 4e kwartaal
  • Tot slot eindigt het aanslagnummer met een statuscode
    De statuscodes zijn als volgt:
    001 tot en met 005 – 1e tot en met de 5e voorlopige aanslag
    006 – Definitieve aanslag
    007 tot en met 009 – 1e tot en met de 3e navorderingsaanslag

Voorbeeld (0000.00.000 is fiscaal / BSN nummer):

0000.00.000.H.3006 – Definitieve aanslag inkomstenbelasting 2013
0000.00.000.B.01.4010 – Omzetbelasting januari 2014
0000.00.000.W.4001 – 1e voorlopige aanslag Zorgverzekeringswet 2014

Meer informatie over belastingaangiftes of je belastingaangifte uitbesteden? Bekijk onze pagina belastingen.


Belastingverhoging: van 6% naar 9%. En nu?

Belastingverhoging: Van 6% naar 9%, en nu?

Het kabinet is voornemens om het lage BTW tarief van 6 % met ingang van 1 januari 2019 te verhogen naar 9%.
Hoewel deze plannen nog niet definitief zijn is de kans groot dat de 1e kamer tijdig akkoord gaat met dit voorstel en het kabinet deze verhoging ook daadwerkelijk per 1 januari invoert.

  • Wat betekent deze verhoging voor de facturering ?
  • Vanaf welke datum moet ik 9 % BTW in rekening brengen ?

Officieel zijn de volgende regels van toepassing :

De datum waarop de goederen en/of diensten worden geleverd is bepalend voor het toepassen van het juiste tarief.

  • De diensten of goederen worden geleverd in 2018, het percentage dat je in rekening brengt op de factuur is 6 %. Ook wanneer je de factuur voor deze levering pas in 2019 verstuurd.
  • De levering van de goederen of diensten is in 2019, je factureert dan 9 %. Ook wanneer de factuur in 2018 wordt verzonden breng je 9 % BTW in rekening.
    (LET OP ZIE OOK DE OFFICIEUZE REGELING)
  • Wanneer de dienst start in 2018 en doorloopt in 2019 (bijvoorbeeld schilderwerk) dan is de datum van oplevering bepalend. Wanneer het werk in 2019 wordt opgeleverd moet je het tarief van 9 % voor het gehele werk in rekening brengen. Wanneer de offerte uit meerdere onderdelen bestaat en er vind per onderdeel een oplevering plaats dan mag je wanneer er deelopleveringen in 2018 hebben plaatsgevonden voor deze onderdelen het 6 % tarief toepassen.

Officieus heeft de staatssecretaris van Financiën de volgende uitvoeringsmaatregel aangekondigd :

Begin juni heeft staatssecretaris Snel van Financiën in een debat met de Tweede Kamer aangekondigd dat het kabinet ondernemers niet wil belasten met extra administratieve lasten bij de verhoging van het verlaagde btw-tarief van 6 naar 9 procent. Daarom zal de Belastingdienst niet gaan naheffen op in 2018 betaalde prestaties die pas in 2019 gaan plaatsvinden.

Ik ga ervan uit dat deze belofte ook daadwerkelijk wordt omgezet in een uitvoeringsbesluit.

Dit betekend dat je bij alle facturen die je in 2018 verstuurd voor diensten en/of goederen die onder het lage BTW tarief vallen het tarief van 6 % mag toepassen, ook wanneer de prestatie of levering pas in 2019 plaatsvindt.
Bij de facturen die je in 2019 verstuurd is het moment van levering (zoals hierboven omschreven) wel bepalend voor het toepassen van het tarief van 6 % of 9 %.

Hoe bereid je je voor op de verhoging van 6 naar 9 procent?

  • Wanneer je de verhoging doorberekend aan de klant geef dan duidelijk in de offertes aan dat met ingang van 1 januari 2019 het BTW tarief wijzigt van 6 % naar 9 % en dat deze wijziging ook doorberekend wordt aan de klant.
  • Wanneer je al bij voorbaat weet dat de uitvoering/levering in 2019 plaatsvind vermeld dan gelijk het nieuwe tarief in de offerte
  • Heb je een kassa systeem met BTW vermelding op de kassabon ? Controleer dan vooraf hoe je het percentage van het lage BTW tarief kunt wijzigen in de kassa.
  • Wanneer je de BTW verhoging doorberekend aan de klant en de verkoopprijzen gaat aanpassen, controleer dan gelijk of de netto verkoopprijzen die je hanteert nog steeds kloppen (misschien dat de inkoopprijzen in de loop der tijd marginaal zijn gewijzigd en dat je deze wijzigingen nog niet hebt doorgevoerd in de verkoopprijzen, Nu is het moment om dit weer recht te trekken)


Kleine ondernemers regeling

De kleine ondernemers regeling

Wat is de kleine ondernemersregeling?

De kleine ondernemersregeling is een regeling die kleine ondernemers helpt. Ben jij wél ondernemer maar is dit niet jouw primaire bron van inkomsten? Dan kom je hier wellicht voor in aanmerking. Met de kleine ondernemersregeling, ook wel KOR, kan je in aanmerking komen voor een vermindering van het BTW-bedrag dat afgedragen moet worden aan de belastingdienst.

Hoe zit deze regeling nu in elkaar?

Op dit moment is de KOR een maatregel waarvoor je in aanmerking komt als je aan de volgende 4 voorwaarden voldoet:

  • Je hebt een eenmanszaak, maatschap, VOF of man/vrouw firma.
  • Jouw onderneming is gevestigd in Nederland.
  • De onderneming moet, na aftrek van alle voorbelastingen, minder dan €1883,- per jaar aan BTW afdragen.
  • De onderneming voldoet aan alle administratieve verplichtingen waaraan de onderneming moet voldoen.

Als je aan bovenstaande voorwaarden voldoet, kom je in aanmerking van de Kleine ondernemers regeling, en dat kan erg gunstig uitpakken.

Betaal jij in een jaar, na aftrek van alle voorbelastingen, minder dan €1345,-? Dan kan je dit volledige bedrag terugvragen.

Betaal jij tussen de €1345,- en €1883,- per jaar na aftrek van alle voorbelastingen? Dan kan je door middel van de volgende berekening uitrekenen waar jij recht op hebt:

A = €1883,-
B = Te betalen BTW (Ontvangen BTW) Voorbelastingen (Betaalde BTW. Zowel 21 als 6%)

Vermindering voor kleine ondernemers = 2.5 x (A-B)

Let op! Er zijn uitzonderingen op de KOR.
Handel jij bijvoorbeeld in goud, doe je aan executieverkopen of ben je werkzaam in de bouw, scheepsbouw, als hovenier, heb je een schoonmaakbedrijf of ben je gewoon benieuwd naar de uitzonderingen? Kijk dan op deze pagina van de belastingdienst.

Wat gaat er veranderen?

De overheid wil kleine ondernemers blijven ondersteunen, stimuleren en helpen door de BTW afdracht voor hen te verminderen. Echter gaan ze dit op een andere manier invulling geven dan de huidige KOR. Als alle plannen goedgekeurd worden, gaat de overheid de nieuwe regels m.b.t. de KOR in 2020 invoeren.

In het voorstel, gepresenteerd in de bijlage van de miljoennota 2018, staat dat vanaf 2020 de grens niet meer ligt bij de jaarlijks af te dragen BTW (na voorbelasting) maar bij de jaaromzet. De omzetgrens wordt hoogstwaarschijnlijk €20,000,- per jaar. Dit bedrag kan tot de invoering van de nieuwe regeling nog worden gewijzigd.

Wat betekend dat voor jou?

Dat is afhankelijk van jouw situatie.

Verkoop je nu producten met een BTW percentage van 6%, maar koop je in met 21%? Dan is de kans groot dat jouw voordeel kleiner gaat worden na invoering van de nieuwe regels.

Verkoop je nu producten met een BTW percentage van 21%, maar koop je in met een percentage van 6%? Dan kan het zijn dat je nu geen, maar straks wel belastingvoordeel hebt door de KOR.

Houd voor updates onze site, maar ook de site van de belastingdienst goed in de gaten.